‘DE MEER-SUBSIDIE LEIDT TOT STANDAARDISATIE VAN VERDUURZAMINGSAANPAKKEN’

Marten Witkamp houdt zich binnen Verbouwstromen bezig met ‘alles rondom de MEER-subsidie’. Deze subsidie is bestemd voor samenwerkingsverbanden van woningeigenaren en aanbieders die grootschalig renoveren met een gestandaardiseerde aanpak. Witkamp: ‘Zo werken we aan een snellere en betere aanpak voor het verduurzamen van woningen en verlagen we de kosten.’

De eerste MEER-subsidie werd in juni 2024 toegekend aan een samenwerkingsverband in de Achterhoek. Daar sloegen de corporaties Wonion en Sité Woondiensten, het onderhoudsbedrijf De Variabele en isolatiebedrijf Takkenkamp de handen ineen om 1645 sociale huurwoningen met een slecht energielabel naar de standaard voor isolatie te brengen. Van deze woningen worden er 992 direct aardgasvrij gemaakt. Ruim 650 woningen worden ‘aardgasvrij-ready’, wat wil zeggen dat alle maatregelen zijn getroffen voor de overstap naar gasloos.

Voor dit soort samenwerkingen is de MEER-subsidie bij uitstek bedoeld, legt Marten Witkamp uit. Namens Verbouwstromen was hij betrokken bij het opzetten van de subsidie. Inmiddels helpt hij samenwerkingsverbanden bij het opstellen van hun aanvragen, die worden beoordeeld door het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.  

Waarom is de MEER-subsidie nodig?

Marten Witkamp: ‘De crux zit hem op dit moment in de kosten. Corporaties staan voor een ongelooflijk ingrijpende verbouwing van de Nederlandse woningvoorraad. Want naast de verduurzamingsslag hebben veel woningen ook gewoon onderhoud nodig. Vanaf de jaren vijftig is er enorm gebouwd en die woningen lopen tegen het eind van hun technische levensduur. Kortom: het gaat om heel veel geld en heel veel menskracht. Dat is met de huidige prijzen niet te behappen voor de gebouweigenaren. Dus we zoeken naar vernieuwende aanpakken die de woning in één keer integraal verduurzamen, en dat zo goed en efficiënt mogelijk.

Vanuit Verbouwstromen proberen we dat op meerdere manieren te bereiken, en dit is er een van: een subsidie voor opschaling en standaardisering. Een van de eisen van de subsidie is dat het energiegebruik van ten minste vijfhonderd woningen met minimaal 50 procent wordt teruggebracht met een gelimiteerd aantal aanpakken. Want alleen als we standaardiseren kunnen we leren, automatiseren, verbeteren en optimaliseren.’

Welke eisen zijn er nog meer om hiervoor in aanmerking te komen?

‘De succesvolle indieners krijgen een subsidie van 120 euro per bespaarde ton CO2. Ze moeten van tevoren een rekensheet invullen met alle woningen die ze gaan renoveren en hun gestandaardiseerde aanpak. Dus: hoe isoleren ze dak, gevel, vloer, glas, kozijn? Hoe wordt de ventilatie aangepakt en hoe de duurzame warmteopwek? Dan rekent die sheet uit wat die woningen de komende dertig jaar zouden uitstoten als er niks zou gebeuren, en wat ze uitstoten met zo’n renovatiepakket. Dit is overigens de eerste subsidie waarin bij het bepalen van de energetische prestatie ook wordt gekeken naar de gebruikte materialen. Want je bespaart tenslotte ook CO2 door te werken met duurzame, biobased materialen. Dat bleek goed te werken: vrijwel alle aanvragers kozen deels andere materialen dan ze normaal zouden doen.  

Een andere eis is dat woningeigenaren en bouwers samen aanvragen, dus als consortium. Bovendien moeten ze laten zien dat ze meer in stromen gaan werken door te kiezen voor een beperkt aantal pakketten, en duidelijk maken hoe ze inzetten op standaardisatie en industrialisatie.’

Hoe ziet voor jou een ideale aanvraag eruit? 

‘Die bevat een duidelijke visie op hoe je opschaalt, standaardiseert en zorgt voor een prijsverlaging. We verwachten niet meteen een plan om een fabriek te bouwen. Maar wel dat je kiest voor standaardpakketten, met zo veel mogelijk prefabricage van bouwdelen of inzet van geïntegreerde modules. Zodat je de woningen beter, sneller en ook goedkoper verduurzaamt.

Een voorbeeld waar ik zelf blij mee ben is een consortium dat begon met heel veel woningtypen, wel veertig of vijftig, en iets van dertig verschillende aanpakken. Op een gegeven moment concludeerden zij zelf: dit is niet werkbaar. Dus zij zijn in de aanloop naar de aanvraag gaan clusteren. En uiteindelijk kwamen ze op vijf woningtypen en drie aanpakken. Dáár kun je als productontwikkelaar producten voor ontwikkelen. Dan kun je gaan opschalen en standaardiseren.’

Tot slot: Verbpouwstromen is een samenwerking tussen Stroomversnelling, De Bouwcampus, TKI Bouw en Techniek en TKI Urban Energy. Jij zit erbij namens Stroomversnelling. Wat voegt de samenwerking toe aan wat Stroomversnelling al deed?

‘Stroomversnelling is een vereniging van koplopers in de energietransitie – woningcorporaties, bouwbedrijven, monitoringpartijen, fabrikanten, gemeenten – die samen willen uitvinden hoe het werkt: de verandering van de gebouwde omgeving naar een duurzame energievoorziening. Het is echt opgezet om te leren. Met Verbouwstromen wordt dat nog breder aangepakt. De mensen van TKI Bouw en Techniek, TKI Urban Energy en de Bouwcampus hebben allemaal een ander perspectief, dus dat is verfrissend en verrijkend. Soms schuurt het ook, want je hebt andere ervaringen en inzichten. Maar dat is alleen maar goed.’

Op de hoogte blijven?

Wil jij op de hoogte blijven over het laatste nieuws van Verbouwstromen?

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.

Verbouwstromen ondersteunt het Programma Versnelling verduurzaming Gebouwde Omgeving (PVGO) in het realiseren van haar doelen en wordt mede mogelijk gemaakt door steun van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.